We gaan eens in op de technische claims van de NASA betreffende de Apollo 11 missie en haar stuwraket. Het is de NASA die met allerhande claims kwamen hoe ze ooit op een ‘maan’ zouden zijn geweest en terugkeerden op aarde.
Aan mij om u te gaan overtuigen dat het een scam, leugen en hooguit sciencefiction was in hun wens denken die miljarden kostte. Hoe de wereld aldus werd belogen door de NASA in samenwerking met de CIA en Amerikaanse overheid.
Wat zegt en claimt de NASA over de raket , de gegevens op een rij ;
- Het ruimtevaartuig van de Apollo 11 bestond uit de Saturnus V-raket met de maanlander (Lunar Module) Eagle en de commando- en servicemodule Columbia. De raket werd gelanceerd om bereikte binnen tien minuten een snelheid van 28.000 kilometer per uur.
- Omvang: De raket was 110 meter hoog en woog ongeveer 2,8 miljoen kilogram. Eigenaar: Saturn V werd ontwikkeld door NASA en ontworpen onder leiding van Wernher von Braun. De hoofdaannemers waren Boeing, North American Aviation, Douglas Aircraft Company en IBM.
- Twaalf minuten na de lancering draait Apollo 11 al in een baan rond de aarde, op zo’n 200 kilometer hoogte. Op dat moment met een snelheid van bijna 30.000 kilometer per uur.
- De Saturnus V was 110,60 meter hoog en had een diameter van 10 m. Met een startgewicht van 3000 ton is het de zwaarste en grootste draagraket die ooit volledig succesvol gevlogen heeft.
- De Saturnus V-draag raket bestond uit drie trappen. De eerste trap had een brandduur van 161 seconden voordat deze leeg was en lanceerde de raket naar een hoogte van 68 kilometer, tot aan de rand van de ruimte tot een snelheid van 9.920 kilometer per uur.De tweede trap stuwde in 360 seconden de resterende raket naar een snelheid van 25.181 kilometer per uur (bijna de orbitale snelheid) en een hoogte van 175 km.De herstartbare motor van de derde trap brandde 2,5 à 3 minuten waardoor de raket versnelde naar ongeveer 28.000 km per uur, en Apollo in een omloopbaan om de Aarde bracht.De hoogte van die parkeerbaan verschilde. Bij de eerste lanceringen was dat 190 kilometer, bij de laatste drie was dat 172. Bij de zogenoemde Trans Lunar Injection, na eerst anderhalve keer om de Aarde te zijn gevlogen en systemen te hebben getest, werd de derde trap opnieuw gestart. Hierdoor werd de snelheid verhoogd naar 40.000 km/h om zodoende aan de zwaartekracht van de Aarde te ontsnappen, en in een baan naar de Maan te komen.Van alle delen van de raket kwamen alleen de eerste trap en de commandomodule (CM) terug naar de Aarde. De eerste trap viel daarbij echter te pletter op het oceaanoppervlak waarna de restanten naar de bodem zonken. Ook de tweede trap viel terug in de atmosfeer en werd daarbij door de aërodynamica in de lucht uiteengerukt. De snelheid was onvoldoende om genoeg hitte voor volledige verbranding te genereren. Uiteindelijk bleef er van de aanvankelijk 110 meter hoge raket met een massa van 3000 ton alleen de ruim 3 meter hoge, en 6 ton wegende CM(commando module)
- De eerste trap, S-IC, was 42 m hoog en had een diameter van 10 m. De vijf F1-motoren leverden bij de lancering een gezamenlijke stuwkracht die overeenkomt met 3.500 ton. De trap gebruikte vloeibare zuurstof (LOX, liquid oxygen) van -160 °C, en RP-1(refined petroleum), een soort Kerosine . De vijf motoren verbrandden samen 15 m3 stuwstof (zuurstof en brandstof) per seconde. De F1 is de krachtigste vloeibare brandstof motor met een enkelvoudige verbrandingskamer die ooit in productie werd genomen.
- Tussen de eerste en de tweede trap zat een ringvormige verbindingsstructuur die ruimte bood voor de straalpijpen die uit de tweede trap staken. Aan de buitenzijde van de tussen trap zaten vier kleine vaste brandstof motoren. Wanneer de eerste trap werd losgekoppeld werden deze ontstoken zodat ze de lichte versnelling veroorzaakten die nodig was om de vloeibare stuwstoffen van de tweede trap onder in de tanks te houden waardoor die naar de motoren konden worden gepompt. Na het ontsteken van de tweede trap en het uitbranden van deze vaste brandstofmotoren werd de tussen trap afgeworpen.
- De tweede trap, S-IIC, was 25 m hoog en had eveneens een diameter van 10 m. De trap bevatte vijf J2-motoren. De brandstof was vloeibare waterstof (LH2) en de oxidator vloeibare zuurstof.
- Ook tussen de tweede en derde trap zat een tussen trap. Deze liep taps toe omdat de derde trap een beduidend kleinere diameter had. Twee kleine vaste brandstofmotoren werden als retromotoren gebruikt om afstand van de derde trap te nemen.
- De derde trap, S-IVb 500, was 18 m hoog en had een diameter van 6,60 m. De trap had als enige een herstartbare motor van het J2-type. Met deze trap werd de Apollo CSM in een baan om de Aarde gebracht. Na anderhalve omwenteling werd de motor opnieuw gestart om de ontsnappings snelheid te bereiken en zo aan de zwaartekracht van de Aarde te ontsnappen, en werd een baan naar de Maan ingezet.Hoewel de derde trap technisch veel overeen kwam met de tweede (zelfde stuwstoffen, zelfde motor) was er een groot verschil dat deze veel langer in bedrijf moest kunnen blijven; tot zo’n 6 uur in plaats van zes minuten. Daarom waren de stuwstoftanks van de derde trap aan de binnenzijde van isolatiemateriaal voorzien om de inhoud voor langere duur op de juiste cryogene temperaturen te kunnen houden. De versnelling die nodig was om de vloeibare stuwstoffen onder in de tanks te krijgen werd bereikt met twee kleine motoren die op afgekookte waterstof en zuurstof uit de stuwstoftanks werkten. Boven op deze derde trap zat een ring met besturingsapparatuur (Instrument Unit, op de eerste en derde foto rechts de bovenste zwarte ring) die alle trappen en de tussen trappen aanstuurde. Daarboven zat de ‘payload’ of nuttige lading.
- Boven op de raket bevond zich het Launch Escape System in de vorm van een ontsnappings raket(ook wel “ontsnappingstoren” genoemd) die de Apollocapsule in geval van een mislukte start in veiligheid kon brengen. Zou de volgetankte raket niet goed starten of indien er zich een ernstig probleem tijdens het eerste gedeelte van de vlucht zou voordoen, dan kon de 10 meter lange ontsnappingsraket de commandomodule naar een veilige hoogte en een veilige afstand van de al dan niet exploderende raket trekken, waarna deze met behulp van parachutes in zee zou landen.De ontsnappingstoren functioneerde op handbediening (middels een noodknop bij de stoel van de gezagvoerder) of automatisch tijdens de eerste honderd vluchtseconden. Indien het systeem niet nodig was, werd dit na verloop van tijd afgestoten. Bij de Saturnus IB geschiedde dit op een hoogte van 84 km en zo’n 20 seconden na het ontbranden van de tweede trap. De Saturnus V wierp de ontsnappingstoren af op een hoogte van 90 km, 30 seconden na ontbranding van de tweede trap.Onderdeel van het ontsnappingssysteem was ook een beschermkap die over de capsule heen zat die voorkwam dat het vuur van de ontsnappingsmotoren de capsule zou raken en beschadigen. Deze kap werd bij het afwerpen van de ontsnappingstoren van de capsule afgetrokken. Pas daarna hadden de astronauten zicht door de ramen van de command module.
Totaal aan brandstof hadden ze mee ; 1.965.969 kg vloeibare zuurstof, 651.210 kg kerosine en 92.205 kg vloeibare waterstof .Leeg woog de raket 182.000 kg en gevuld met brandstof maar liefst 2.840.000 kg (2840 ton).Analyse na de missie toonde echter aan dat het klotsen van brandstof in de brandstoftank tijdens Neil Armstrongs zoektocht naar een veilige landingsplaats ervoor zorgde dat de brandstofmeter een onnauwkeurige waarde aangaf. The Eagle had bij de landing nog ongeveer 45 seconden brandstof over…………
Het bovenstaande zijn de claims van de NASA……
In de loop van 2025 zal ik deze Pagina beantwoorden, even geduld….
heeft u vragen, aanvullingen en/of opmerkingen laat mij het weten via de E-mail ; yellowagro@gmail.com
Dank